(Brand)veilig werken tijdens de zomer: start met 3 vragen
Zonlicht is goed voor ons geluksgevoel, ook op onze werkplek. Maar de bijbehorende hitte op zomerdagen brengt ook risico’s met zich mee. Niet alleen medewerkers moeten dan bescherming krijgen, ook bepaalde producten waarmee je werkt eisen extra aandacht. Deze 3 vragen helpen je op weg.
Vraag 1 - Werk je met brandbare of gevaarlijke stoffen? Houd ze uit de warmte.
Brandbare en gevaarlijke stoffen, gasflessen, spuitbussen … Op basis van de risicoanalyse weet je er op een veilige manier mee om te springen. Maar tijdens de zomermaanden vragen ze toch extra aandacht.
Hou daarbij rekening met onder meer:
- Ventilatie: Zorg voor voldoende ventilatie in ruimtes waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen om ophoping van gevaarlijke dampen te voorkomen.
- Temperatuurcontrole: Monitor regelmatig de temperatuur in opslagruimtes, vooral tijdens warme periodes. Stel alarmen in die waarschuwen voor te hoge temperaturen.
- Beschermende opslag: Gebruik speciale brandwerende kasten of opslagcontainers voor gevaarlijke stoffen. Die zijn ontworpen om de temperatuur te reguleren en te voorkomen dat deze stoffen oververhit raken.
- Schaduw en isolatie: Plaats buiten opgeslagen materialen in de schaduw of gebruik reflecterende afdekking om zonlicht te weerkaatsen en de temperatuur laag te houden.
- Noodprocedures: Zorg dat er duidelijke noodprocedures zijn voor het geval er toch iets misgaat. Dit omvat brandblusmiddelen in de buurt, nooduitgangen en een duidelijk plan voor evacuatie en eerste hulp.
Afvalcontainers: voorkom zelfontbranding
Door een chemische reactie kunnen onder meer zaagsel, poetsdoeken met lijnolie en organisch materiaal zo sterk opwarmen dat ze gaan smeulen of zelfs vlam vatten. Laat containers daarom leegmaken voor je met vakantie vertrekt. Lukt dat niet, plaats ze dan volledig afgesloten op minstens tien meter van het bedrijfsgebouw, bij voorkeur in de schaduw.
Vraag 2 - Buiten aan de slag? Bescherm je mensen tegen de hitte.
Van een zonne- of hitteslag tot een verhoogd risico op huidkanker: buiten werken op zomerse dagen houdt risico’s in voor je medewerkers. Informeer hen preventief hoe ze zich kunnen beschermen en geef hen alle aangepaste werkmiddelen die ze nodig hebben om veilig te werken (bv. hoofddeksel, kledij met lange mouwen, voldoende koude drank).
Met deze maatregelen voorkom je dat je medewerkers gezondheidsschade oplopen door de zon.
Verder kan de temperatuur ook serieus oplopen op kantoor, in je atelier, magazijn en andere binnenruimtes. Maar vanaf wanneer is het te warm om te werken? Dat hangt af van de fysieke werkbelasting. De arbeidsarts bepaalt hoe zwaar het te presteren werk is. Tegenover die fysieke werkbelasting staat een maximale Wet Bulb Globe Temperature (WBGT).
Download onze gratis infografiek
De WBGT-waarde bepaal je met een nattebolthermometer of ‘wet bulb globe’.
Zo’n meettoestel houdt naast de temperatuur ook rekening met de luchtvochtigheid en stralingswarmte van voorwerpen. Te warm om te werken? Neem dan deze maatregelen.
Vraag 3 - Zomerregime voor je bedrijf? Check alle elektro en batterijen.
Misschien sluit je bedrijf enkele weken de deuren of schakel je over op een minimumbezetting. Zet in elk geval alle elektrische toestellen uit die de medewerkers niet gebruiken en trek de stekkers uit het stopcontact. Zo voorkom je kortsluiting, oververhitting of bliksemschade. Laat zeker ook geen lithium-ionbatterijen lange tijd in hun lader zitten. Wist je trouwens dat er speciale brandveilige kasten bestaan om batterijen veilig in op te bergen?
Tot slot: weet wat te doen als het toch fout loopt
Stel dat er toch brand zou uitbreken. Of één van je mensen heeft dringend verzorging nodig, bijvoorbeeld door een hitteslag of brandwonde. Dan ben je maar beter goed voorbereid. Een goede risicoanalyse, de nodige preventiemaatregelen en voldoende aandacht voor eerste hulp en brandbestrijding zijn onmisbaar op elke werkvloer.
Met een doordacht risicobeheerplan op maat van het bedrijf kunnen medewerkers veilig aan de slag. En dankzij onze gerichte opleidingen in brandpreventie en -bestrijding of tot eerste hulpverlener heb je altijd een medewerker in de buurt die weet hoe hij moet handelen in een noodsituatie.