Wie moet de basisveiligheidsopleiding tijdelijke of mobiele bouwplaatsen volgen?
Ben je een aannemer van een tijdelijke of mobiele werkplaats? Dan ben je wettelijk verplicht om werknemers een basisveiligheidsopleiding te laten volgen. Die verplichting geldt voor iedereen die op de werkplaats bijdraagt aan de concrete realisatie van een bouwwerk. Wat dat concreet inhoudt, lees je hieronder!
De basisopleiding moet alle werkkrachten op een tijdelijke of mobiele werkplaats bewustmaken van de risico’s die voortvloeien uit hun eigen activiteiten en die van anderen in hun omgeving. Een basiskennis van de wettelijke preventieprincipes, veilig gedrag op een bouwplaats en de toepassing van aangepaste preventiemaatregelen behoren tot het leerpakket.
De basisveiligheidsopleiding wordt op regelmatige tijdstippen herhaald, tenzij de werkgever kan aantonen dat de kennis van de werknemers actueel blijft, door middel van regelmatige of continue opleiding en informatieverstrekking, en door praktijkervaring.
Heb je iemand nieuw in dienst? Dan volgt die idealiter vóór aanvang van de werken de opleiding. Zoniet, dan binnen de maand na opstart.

Voor wie is de opleiding verplicht?
De basisopleiding veiligheid is in enkele sectoren verplicht:
- Alle arbeiders in de bouwsector (PC 124)
- Andere paritaire comités actief op de werf (PC 111, PC 145 en PC 149.01)
- Belgische zelfstandigen
- Alle gedetacheerde werknemers en zelfstandigen, tenzij ze al over een geldig certificaat uit een andere EU-lidstaat beschikken.
Een aantal categorieën of functies bevinden zich in een grijze zone, aldus koepelvereniging voor de bouw Embuild. Denk bijvoorbeeld aan jobstudenten, stagiairs of leerlingen duaal leren. Als zij werkzaamheden uitvoeren op een tijdelijke of mobiele bouwplaats (TMB) die bijdragen tot de realisatie van het bouwwerk, dan komen zij ook in aanmerking om de basisveiligheidsopleiding te volgen.
In strikte zin is het voor leerlingen in het kader van een kijkstage niet verplicht, maar gezien hun leeftijd en gebrek aan ervaring zeker wel aanbevolen.
Ook chauffeurs die bouwmaterialen leveren, chauffeurs van betonmixers en bedienaars van de betonpompen vallen onder de opleidingsverplichting.
Project- en werfleiders of vertegenwoordigers komen niet in aanmerking, voor zover ze geen manuele handelingen uitvoeren, maar louter intellectuele arbeid.
Meer weten over het toepassingsgebied van de verplichte basisveiligheidsopleiding en het verschil tussen een tijdelijke en een mobiele werkplaats?
Uitzonderingen op de regel
Niet elke arbeider hoeft de basisopleiding te volgen. Zo kunnen bouwvakkers een vrijstelling genieten, indien ze:
- Over een geldig VCA-attest beschikken;
- Al een door Constructiv gevalideerde veiligheidsopleiding voor de bouwsector gevolgd hebben;
- In het bezit zijn van een door Constructiv verkregen of gevalideerd getuigschrift waaruit blijkt dat ze een erkende basisveiligheidsopleiding volgden;
- Minstens 5 jaar relevante ervaring opdeden in de voorbije 10 jaar;
- Reeds de basisveiligheidsopleiding van de uitzendarbeid in de bouw volgden;
- Een geldig certificaat in een ander EU-land behaalden.

Wie controleert of iedereen de nodige opleiding heeft gevolgd?
De basisregel luidt dat elke zelfstandige verantwoordelijk is voor zichzelf en zijn personeel. Niet-naleving van de wet kan resulteren in een sanctie. Maar ook hoofdaannemers kunnen bij onderaanneming mee verantwoordelijk gesteld worden (en dus een sanctie krijgen). Dit KB is namelijk onderdeel van de welzijnswet en zal bij een inspectiebezoek door de FOD WASO dus ook mee gecontroleerd worden.