19 graden op kantoor: wat is de impact op het comfortgevoel en de productiviteit?

Tot voor kort lag de gemiddelde kantoortemperatuur op 20 tot 21 graden. Tegelijk wijst onderzoek uit dat werknemers het productiefst zijn bij 22 graden. Het ervaren thermisch comfort is dan namelijk het hoogst. De twee tweetjes vormen dus het ideale getal op de thermostaat. Of toch niet? Een aantal collega’s wikken de pro’s en con’s vanuit hun specifieke achtergrond.

19 graden is de nieuwe norm in kantoor- en overheidsgebouwen. Collega’s Gerrit Pollentier, Rosi Vander Elst en Michelle D'Haese wikken pro’s en con’s vanuit hun specifieke achtergrond.

Gerrit Pollentier, verantwoordelijke Ergonomie: “De kantoortemperatuur is niet de enige factor die het thermisch comfort van werknemers bepaalt. Ook het persoonlijke metabolisme en activiteitsniveau spelen een belangrijke rol. Staat de verwarming op 22 graden? Dan ervaren werknemers een hoog comfortgevoel zonder veel te bewegen. Die temperatuur als ‘ideaal’ beschouwen, is daarom een gevaarlijke aanname. Spontaan sedentair gedrag brengt immers ernstige gezondheidsrisico’s met zich mee.”

Rosi Vander Elst, verantwoordelijke Milieu: “Daarnaast kunnen we niet spreken van één ‘ideale’ temperatuur. Vrouwen hebben het doorgaans sneller koud dan mannen, oudere werknemers verkiezen hogere temperaturen, en de ruimte voelt warmer aan voor wie bijvoorbeeld aan de verwarming of bij het raam zit. Een specifieke temperatuur zal dus nooit iedereen tevreden stellen. Tracht daarom een gulden middenweg te zoeken.” Dat kan met deze tips:

• Pas de temperatuur geleidelijk aan. Door de verwarming over een langere periode telkens een halve graad lager te zetten, laat je werknemers wennen aan de nieuwe temperaturen. Informeer hen vooraf over de aanpassing, zodat zij zich in laagjes kunnen kleden.
• Stel als dat kan warmere ruimtes ter beschikking. Veel kantoren lijken 19 graden als nieuwe norm te hanteren. Toch zullen sommige collega’s af en toe nood hebben aan een warmere omgeving. Ook warme dranken aanbieden helpt het comfortgevoel verhogen.
• Zorg voor voldoende ventilatie. Het kan tegennatuurlijk klinken, maar ook bij koude buitentemperaturen is het belangrijk om voldoende te ventileren. Je laat hierdoor droge lucht binnen, die gemakkelijker verwarmt dan vochtige binnenlucht.
• Voorzie in een goed basisonderhoud van de toestellen. Een goede staat en positionering van de toestellen zorgen voor een stabiele kantoortemperatuur. Dat leidt tot meer thermisch comfort én minder energieverbruik.
   

Michelle D’Haese, verantwoordelijke Industriële Hygiëne en Toxicologie: “De Belgische wetgeving legt actiewaarden vast voor een gezonde temperatuur op arbeidsplaatsen. Op kantoor geldt bijvoorbeeld een minimumtemperatuur van 18 graden. 19 graden als nieuwe norm ligt dus mooi in lijn met de voorschriften.”

Gerrit: “Een tikkeltje koude kan werknemers bovendien stimuleren om meer te bewegen. Een kleine inspanning die een groot verschil maakt voor zowel het fysieke als mentale welzijn van medewerkers. Door wandelend te telefoneren, de benen even te strekken of te wisselwerken, lopen werknemers minder risico op rug- en nekklachten, helpen ze hun metabolisme tijdig uit stand-bymodus, en voorkomen ze een energiedip. Dat heeft een positief effect op de productiviteit.”

Michelle: “Tijdens de middagpauze een frisse neus halen, kan ook wonderen doen. Een halfuurtje bewegen, de longen en het hoofd even luchten en dan binnenkomen in 18 of 19 graden, geeft zowel figuurlijk als letterlijk een warm gevoel om de werkdag voort te zetten.”
 

Rosi: “Thuis ben je zelf baas over de thermostaat. Toch kan een temperatuur van 19 graden medewerkers ook bij thuiswerk stimuleren om dat tikje meer te bewegen. Een goed basisonderhoud van de verwarming heeft dan weer een positieve impact op de energiefactuur.

Ook blijft het belangrijk om voldoende te ventileren. Op koude dagen neemt de vochtigheidsgraad in huis toe. Droge buitenlucht vormt hiertegen het ideale bestrijdingsmiddel. Bovendien zorg je zo voor een goede binnenluchtkwaliteit, met onder andere lage hoeveelheden opgestapelde virussen (zoals COVID-19) en een lage CO₂-concentratie. Kortom, een win op alle vlakken.”