Grondverzet: welke regels moet u volgen om wettelijk in orde te zijn?
Bent u van plan om bodemmaterialen uit te graven en die te transporteren? Dan bent u verplicht de regels voor grondverzet te volgen. Omdat de procedure vrij complex is, vatten we voor u de essentie samen.
De regels voor grondverzet liggen vast in het VLAREBO, het Vlaams reglement rond bodemsanering en bodembescherming. Ze dienen in de eerste plaats om te voorkomen dat verontreinigde bodem opnieuw gebruikt zou worden.
In april 2019 kreeg het VLAREBO een grondige update. Omdat de praktijk toch nog enkele vragen aan het licht brengt, vatten we voor u de krachtlijnen samen.
Wat zijn bodemmaterialen?
Naast uitgegraven bodem vallen sinds 2019 ook deze materialen onder de noemer ‘bodemmaterialen’:
- baggerspecie;
- ruimingsspecie;
- grondbrij;
- bentonietslib.
Die vier materialen vielen vroeger onder het VLAREMA (Vlaams reglement voor duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen). Nu die overgeheveld zijn naar het VLAREBO, hoeft u niet langer rekening te houden met twee reglementen.
Wat met asbest?
Het VLAREBO van 2019 bevat ook een leidraad om met asbest om te gaan. Zo kunnen opdrachtgevers van grondverzet gepaste maatregelen nemen om de veiligheid van iedereen die in aanraking komt met de bodemmaterialen te garanderen.
Wanneer moet u bodemonderzoek laten uitvoeren?
Laat u minder dan 250 m³ bodem uitgraven, dan moet u alleen een onderzoek aanvragen als het om verdachte grond gaat of wanneer de grond afgevoerd wordt.
Bij werken met een grondverzet van meer dan 250 m³ – wat meestal het geval is bij niet-particulieren – is de bouwheer zo goed als altijd verplicht voorafgaand bodemonderzoek te laten uitvoeren. Pas wanneer die over een technisch verslag beschikt, is zijn aannemer wettelijk in orde om de werken uit te voeren.
Op de website van OVAM leest u wanneer een bodemonderzoek verplicht is en hoe u het technisch verslag in orde brengt.
Daarnaast moet de bouwheer ook een conformverklaring van het technisch verslag aanvragen bij een erkende bodembeheerorganisatie (Grondbank of Grondwijzer).
Hoe volgt u correct de traceerbaarheidsprocedure?
Wie een technisch verslag moet laten opmaken, is ook verplicht de traceerbaarheidsprocedure van het VLAREBO te volgen. Dat is de taak van de aannemer:
- De aannemer bezorgt de nodige info over het grondverzet aan Grondbank of Grondwijzer. De bodembeheerorganisatie levert daarna een grondverzettoelating af.
- Het vervoer van het bodemmateriaal met een voertuigcombinatie van meer dan 3,5 ton moet worden vastgelegd in transportdocumenten. Die vraagt de aannemer aan bij de bodembeheerorganisatie, een erkende (tussentijdse) opslagplaats of een erkend centrum voor grondreiniging. Die meldingsplicht geldt sinds 2019 ook voor vervoer van minder dan 250 m³ grond. De aannemer bezorgt de documenten aan de bouwheer, die ze vijf jaar moet bewaren.
- Na de werken vraagt de aannemer bij de bodembeheerorganisatie een bodembeheerrapport aan. Hij bezorgt een kopie aan de bouwheer, die zo een attest van de correcte levering van de bodemmaterialen in handen heeft.
Op de website van Grondbank vindt u een handig schema voor de traceerbaarheidsprocedure van uw grondverzet.
Tip: zorg dat uw bouwheer en aannemer op tijd de nodige aanvragen en documenten in orde brengen. Zo lopen uw werken geen vertraging op. Afhankelijk van het typedossier varieert de periode van een paar dagen (voor kleine hoeveelheden en niet-verdachte grond) tot meerdere weken voor een technisch verslag.
Hulp nodig bij uw grondverzet?
Onze milieuspecialisten helpen u graag verder. Mail ons op milieu@mensura.be of bel ons op het nummer +32 11 26 99 92.