De bedrijfscoaches van minister Vandeurzen: water naar de zee?
In het kader van haar gezondheidsdoelstellingen wil de Vlaamse regering bedrijfscoaches inzetten om vooral bij kmo’s te werken aan een preventief gezondheidsbeleid. “Zij zullen de Vlamingen tijdens de werkuren stimuleren om te kiezen voor het gezonde alternatief,” aldus Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Jo Vandeurzen. Maar als bedrijven hiervoor al bij hun externe dienst kunnen aankloppen, vanwaar dan dit initiatief? Gretel Schrijvers, Algemeen Directeur van Mensura Externe Dienst voor Preventie en Bescherming, reflecteert.
In december 2016 berichtte De Standaard over de nieuwe maatregel van minister Vandeurzen om het Vlaams preventief gezondheidsbeleid – dat focust op gezonde voeding, sedentair gedrag en beweging, tabak, alcohol en drugs en geestelijke gezondheid – te realiseren. Vandeurzen maakt daarvoor 2,8 miljoen euro vrij. “In samenwerking met VIGeZ zal hij bedrijfscoaches laten opleiden en ze naar bedrijven uitsturen voor gezondheidspromotie,” aldus Gretel Schrijvers.
“De redenering achter dit initiatief? De beroepsactieve bevolking is goed bereikbaar via de werkplek. En omdat werk en gezondheid elkaar beïnvloeden, zullen gezondheidsinspanningen op de werkvloer ook in de privésfeer hun positieve impact hebben. Verder meent de Vlaamse regering dat de implementatie van het gezondheidsbeleid in Vlaamse bedrijven beter kan, vooral bij kmo’s, die weinig acties zouden ondernemen in het kader van gezondheidspromotie en ziektepreventie.”
Bedrijfscoach versus externe dienst
Gretel Schrijvers: “Waar deze nieuwe maatregel echter weinig rekening mee lijkt te houden, is dat veel bedrijven al een beroep doen op een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Terwijl de focus van externe diensten oorspronkelijk lag op de preventie van beroepsrisico’s, bieden ze vandaag ook advies rond verzuim en gezondheidsgewoonten bijvoorbeeld. Bedrijven die daarop inzetten, sporen hun medewerkers dus eigenlijk al via de werkvloer aan om gezond(er) te leven.”
“Zitten ondernemers dan wel te wachten op zo’n bedrijfscoach? Waarom zou een bedrijf nog een extra speler willen integreren als zijn externe dienst al op verschillende vlakken – waaronder de fysieke en mentale gezondheid van medewerkers – ondersteuning biedt? Bovendien ontbreekt het een bedrijfscoach aan de nodige kennis en achtergrond van het bedrijf in kwestie (bv. historiek, gevoeligheden, problematiek). Zullen medewerkers zijn advies wel aannemen als hij hen en hun gezondheidsdossier niet kent?”
Aan dezelfde kant
“Hoewel de bedrijfscoaches van Vandeurzen en externe diensten in principe dezelfde doelen nastreven en dus aan dezelfde kant staan in dit verhaal, is het logischer om de taak van gezondheidspromotie bij de externe diensten te leggen. Ze zijn beter uitgerust voor de job én bieden hiervoor al de nodige diensten en producten aan. Externe diensten moeten dan ook op zijn minst betrokken worden bij Vandeurzens initiatief. Het welzijn van de bevolking moet hoe dan ook voorrang krijgen op een strikte scheiding van wettelijke taken.”