Wie moet de basisveiligheidsopleiding tijdelijke of mobiele bouwplaatsen volgen?

Voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen is de verplichting om een basisveiligheidsopleiding te volgen uitgebreid voor meerdere categorieën werknemers die bijdragen tot de concrete realisatie van een bouwwerk.
Tegen uiterlijk 15 april 2024 zal iedereen die geen vrijstelling kan genieten de basisveiligheidsopleiding effectief moeten hebben gevolgd.

Sinds 1 oktober 2023 is de basisopleiding veiligheid verplicht voor alle arbeiders in de bouwsector (PC 124). De basisopleiding moet alle bouwvakkers bewustmaken van de risico’s die voortvloeien uit hun eigen activiteiten en die van anderen in hun omgeving. Een basiskennis van de wettelijke preventieprincipes, veilig gedrag op een bouwplaats en de toepassing van aangepaste preventiemaatregelen behoren tot het leerpakket.

De basisveiligheidsopleiding wordt op regelmatige tijdstippen herhaald, tenzij de werkgever kan aantonen dat de kennis van de werknemers actueel blijft, door middel van regelmatige of continue opleiding en informatieverstrekking, en door praktijkervaring.

De verplichting tot een basisveiligheidsopleiding is een gevolg van de wijziging van het Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7.2.2001).
 

Uitbreiding toepassingsgebied

Waar het sectorale akkoord in eerste instantie louter van toepassing was op ondernemingen onder PC 124, is die intussen uitgebreid naar:

  • Andere paritaire comités actief op de werf (111, 145 en PC 149.01)
  • Belgische zelfstandigen
  • Alle gedetacheerde werknemers en zelfstandigen

Ook gedetacheerde werknemers en zelfstandigen vallen onder de verplichting, tenzij ze al over een geldig certificaat uit een andere EU-lidstaat beschikken.

Een aantal categorieën of functies bevinden zich in een grijze zone, aldus koepelvereniging voor de bouw Embuild. Denk bijvoorbeeld aan jobstudenten, stagiairs of leerlingen duaal leren. Als zij werkzaamheden uitvoeren op een tijdelijke of mobiele bouwplaats (TMB) die bijdragen tot de realisatie van het bouwwerk, dan komen zij ook in aanmerking om de basisveiligheidsopleiding te volgen.

In strikte zin is het voor leerlingen in het kader van een kijkstage niet verplicht, maar gezien hun leeftijd en gebrek aan ervaring zeker wel aanbevolen.

Ook chauffeurs die bouwmaterialen leveren, chauffeurs van betonmixers en bedienaars van de betonpompen vallen onder de opleidingsverplichting.

Project- en werfleiders of vertegenwoordigers komen niet in aanmerking, voor zover ze geen manuele handelingen uitvoeren, maar louter intellectuele arbeid.

Op wie is de verplichte basisveiligheidsopleiding niet van toepassing?

Wat is het verschil tussen een tijdelijke en een mobiele werkplaats?

Constructiv biedt een antwoord op veelgestelde vragen

Uitzonderingen op de regel

Niet elke arbeider hoeft de basisopleiding te volgen. Zo kunnen bouwvakkers een vrijstelling genieten, indien ze:

  • Over een geldig VCA-attest beschikken;
  • Al een door Constructiv gevalideerde veiligheidsopleiding voor de bouwsector gevolgd hebben;
  • In het bezit zijn van een door Constructiv verkregen of gevalideerd getuigschrift waaruit blijkt dat ze een erkende basisveiligheidsopleiding volgden;
  • Minstens 5 jaar relevante ervaring opdeden in de voorbije 10 jaar;
  • Reeds de basisveiligheidsopleiding van de uitzendarbeid in de bouw volgden;
  • Een geldig certificaat in een ander EU-land behaalden.
     

Vanaf wanneer geldt deze regeling?

Op 15 april van dit jaar is de aanpassing van het KB in werking getreden. Er geldt een overgangsperiode van één jaar. Tegen 15 april 2024 moet iedereen die geen vrijstelling geniet dus de opleiding gevolgd hebben. Wie in tussentijd als nieuwkomer aan de slag gaat, krijgt niet zo veel tijd. Nieuwelingen moeten binnen de maand na de aanvang van hun job de basisveiligheidsopleiding volgen.

Na de overgangsperiode moet elke nieuwkomer idealiter vóór aanvang van de werken de opleiding genoten hebben. Zoniet, dan binnen de maand na opstart.

Wie controleert of iedereen de nodige opleiding heeft gevolgd?

De basisregel luidt dat elke zelfstandige verantwoordelijk is voor zichzelf en zijn personeel. Niet-naleving van de wet kan resulteren in een sanctie. Maar ook hoofdaannemers kunnen bij onderaanneming mee verantwoordelijk gesteld worden (en dus gesanctioneerd).