10 vaak voorkomende tekortkomingen bij elektrische installaties op arbeidsplaatsen
Risicoanalyses van elektrische installaties op arbeidsplaatsen tonen aan dat er vaak nog te los wordt omgesprongen met voorschriften, best practices en veiligheidsrisico’s. Preventieadviseur Patrick Jooken bracht in kaart welke de meest voorkomende manco’s zijn.
De minimumvoorschriften voor de veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen staan beschreven in de Codex, Boek III, Titel 2 – Elektrische installaties. “De bedoeling is om oude installaties – ouder dan 1983 – op een gelijkaardig veiligheidsniveau te krijgen als het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI)”, verduidelijkt Patrick Jooken. “Tot die datum vond er geen voorafgaande keuring voor ingebruikname plaats en waren er ook geen periodieke controles voorzien. De vereisten voor oude en nieuwere installaties worden hierdoor gelijkgeschakeld. Daarnaast liggen er minimale voorschriften vast waaraan de oudere installaties dienen te voldoen.”
Risicoanalyse is teamwerk
De werkgever is verantwoordelijk voor de risicoanalyse, en moet de nodige beschermingsmaatregelen nemen. “Zo’n risicoanalyse gaat een stuk verder dan de technische controle. Ze richt zich op de risico’s voor de werknemers die in contact kunnen komen met de elektrische installatie. De risicoanalyse is bovendien een levend gegeven. Bij elke uitbreiding of wijziging van een installatie en bij veranderde of nieuwe interacties van gebruikers met de elektrische installatie, moet de risicoanalyse in principe worden herzien of aangevuld. Het is dus zaak om voortdurend te analyseren, acties te nemen en zo continu te verbeteren. De risicoanalyse moet minstens elke vijf jaar herzien worden.”
Naast de werkgever dienen verschillende functies samen te werken om tot een succesvolle risicoanalyse te komen:
- de interne preventieadviseur als veiligheidsdeskundige
- de elektrotechnieker of elektricien met ervaring en kennis
- de installatieverantwoordelijke en eventuele werkverantwoordelijke voor operationeel gebruik en uitvoeren van werkzaamheden
- de externe dienst voor preventie en bescherming als deskundige om risicoanalyses uit te voeren
- eventuele installateurs of studiebureaus voor advies rond praktische oplossingen
Top 10 risico’s
Toch zit er nog vaak een kink in de kabel. Op een steekproef van 100 uitgevoerde risicoanalyses waren dit de meest voorkomende manco’s:
- Geen bevoegdheidsverklaring BA4/BA5 door de werkgever (79%)
- Geen plan van uitwendige invloeden (74%)
- Direct aanrakingsgevaar (68%)
- Ontbrekend gelijkvormigheidsattest (63%)
- Geen positieplan aardelektroden (62%)
- Ontbreken van equipotentiaalverbindingen (60%)
- Onvoldoende identificatie of signalisatie van bord, nominale spanning en elektrisch gevaar (58%)
- Openingen in omhulsels en afschermingen (52%)
- Geen procedures, instructies of voorafgaande risicoanalyses van werkzaamheden (50%)
- Geen driemaandelijkse controle HS-installatie (47%)
Werk aan de winkel
“Voor heel wat ondernemingen is er dus nog werk aan de winkel. Zowel op het vlak van de installatie zelf, waar de aandacht voor de techniciteit, aanrakingsrisico of afdichting vaak nog te wensen overlaat. Maar ook de organisatie betreffende het gebruik en de interactie met de installatie, het al dan niet bevoegd zijn van de personen die met de installatie werken en het bijbehorende elektrische dossier verdienen meer aandacht.”
Heeft u nog vragen over risicoanalyses van elektrische installaties?
Onze preventieadviseurs helpen u graag verder. Neem contact met ons op via veiligheid@mensura.be.