Wetgeving voor moederschapsverlof: dit is wat u moet weten
In juni 2020 verscheen een nieuwe wetgeving rond moederschapsverlof. Die breidt de rechten op postnataal verlof voor (aanstaande) moeders uit. Daar blijkt nog wat onduidelijkheid over te bestaan. Dit is wat u als werkgever moet weten over de wetgeving rond postnataal verlof.
Op hoeveel moederschapsverlof hebben medewerkers recht?
In het totaal krijgt een (aanstaande) moeder 15 weken moederschapsverlof voor één kind, en 17 tot 19 weken voor een meerling. Dit verlof mag ze zelf spreiden voor en na de bevalling, met enkele verplichtingen.
A- Prenataal verlof: vóór de bevalling
Het prenataal verlof mag ten vroegste 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum worden gestart, bij een meerling is dat 8 weken.
Voor de bevalling is er 1 week verplicht prenataal verlof, ook wel de verplichte rustweek genoemd.
B- Postnataal verlof: na de bevalling
De kersverse moeder is verplicht 9 weken postnataal verlof te nemen. Elke week prenataal verlof die ze niet opnam, mag ze overdragen na de bevalling.
Wie blijft werken tot de verplichte rustweek, heeft dus maar 1 week prenataal verlof genomen en heeft recht op 14 weken postnataal verlof. Medewerksters die de maximale prenatale verlofperiode opnemen van 6 weken, hebben nog 9 weken postnataal verlof.
Wat verandert er met de nieuwe wetgeving?
Volgens de vorige wetgeving moest een zwangere vrouw verplicht moederschapsverlof opnemen bij ziekte. Was ze bijvoorbeeld de 6 weken voor de bevalling arbeidsongeschikt, dan had ze enkel nog recht op 9 weken postnataal verlof. Wie bleef werken tot een week voor de bevalling, had na de bevalling wél recht op de volledige periode moederschapsverlof (1 week voor en 14 weken na de bevalling).
Daar brengt de nieuwe wetgeving verandering in. Sinds juni heeft elke moeder recht op 15 weken moederschapsverlof, ook wie arbeidsongeschikt was voor de bevalling. Is de medewerkster afwezig in de periode van 6 weken voor de bevalling tot de verplichte rustweek, dan wordt voor die afwezigheid geen moederschapsverlof afgetrokken.
Bij een meerling heeft de werkneemster recht op moederschapsverlof van 19 weken, zelfs al was ze arbeidsongeschikt gedurende de 8 weken die vooraf gingen aan de vermoedelijke bevallingsdatum.
Bijvoorbeeld: een aanstaande moeder neemt geen prenataal verlof, maar is in de 4e week voor de bevalling een week afwezig door ziekte. Vroeger zou die week afgetrokken worden van het postnataal verlof en zou ze dus maar 13 weken postnataal verlof overhouden. Sinds juni 2020 wordt die afwezigheid niet afgetrokken, en heeft ze dus nog steeds recht op het volledig postnataal verlof van 14 weken.
Welke afwezigheden gelden in de nieuwe wetgeving?
De volgende afwezigheden in de periode van 6 weken tot de verplichte rustweek vallen onder de nieuwe wetgeving:
- tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (dus ook coronawerkloosheid)
- economische werkloosheid voor bedienden;
- arbeidsongeschiktheid;
- volledige werkverwijdering (als de werkomgeving risico’s inhoudt voor moeder en kind, kan een dokter beslissen dat de moeder niet meer onder de huidige omstandigheden mag werken tijdens de zwangerschapsperiode).
Meer weten? FOD WASO.
Wat moet u als werkgever doen voor zwangere medewerkers? Ontdek het in onze Q&A.