Steeds meer Belgische werkneemsters willen borstvoeding blijven geven wanneer ze het werk hervatten. Maar mag dat zomaar? En welke voorzieningen moet je als werkgever aanbieden aan medewerkers die melk willen afkolven op de werkplek?

Jazeker. Vrouwelijke werknemers hebben – naast moederschapsbescherming – ook recht op borstvoedingspauzes. Dat recht behouden ze tot negen maanden na de geboorte van hun kind. Wie vier uur per dag werkt, mag een halfuur pauzeren. Is een medewerker minstens zeven en een half uur per dag aan de slag? Dan mag zij een uur pauzeren (of twee keer een halfuur). Voor de onderbrekingen ontvangt de medewerker een uitkering van het ziekenfonds.

Een werknemer die borstvoedingspauzes wil nemen, moet dat in principe twee maanden op voorhand melden aan de werkgever. Tijdens de periode waarin zij de onderbrekingen inlast, bezorgt ze je maandelijks een medisch attest dat aangeeft dat ze borstvoeding geeft.

Stel in het gebouw een ruimte ter beschikking waar medewerkers discreet en hygiënisch borstvoeding kunnen geven of afkolven.

Daarbij gelden enkele minimumvereisten:

• er is koud en warm water beschikbaar;
• er is een comfortabele stoel en koelkast aanwezig;
• de ruimte is besloten – er zijn geen ramen die inkijk bieden – en bevindt zich op een onopvallende plaats;
• het lokaal is groot genoeg;
• het vertrek wordt voldoende geventileerd, verlicht en verwarmd.

De inrichting van de ruimte gebeurt na overleg met de preventieadviseur of arbeidsarts. Voldoet het EHBO-lokaal aan bovenstaande voorwaarden, dan mag dat worden gebruikt als borstvoedingslokaal.

Ook zwangere werkneemsters moeten gebruik kunnen maken van een aangepaste ruimte. Daar moeten ze comfortabel kunnen liggen en rusten. Veel organisaties gebruiken daarvoor het borstvoedingslokaal of EHBO-lokaal.