Kan een HR-manager ook preventieadviseur zijn? Ja, maar…

15-09-15

Als werkgever is efficiënt kunnen werken uw eerste bezorgdheid. Daarnaast wilt u ook in orde zijn met de wettelijke voorschriften, hoe ingewikkeld ze soms ook zijn. Overweegt u om een functie als preventieadviseur te laten uitvoeren door een medewerker uit uw HR-departement, dan zijn er enkele valkuilen die u dient te vermijden.

Wat schrijft de welzijnswetgeving voor?

  • De welzijnswet stelt dat een preventieadviseur in volledige onafhankelijkheid zijn taak dient uit te oefenen. De welzijnswetgeving voorziet geen onverenigbaarheid tussen de functies van lid van de hiërarchische lijn of zelfs leidinggevende én preventieadviseur.
  • Algemeen wordt aanvaard dat een persoon een deeltijdse functie kan hebben als preventieadviseur terwijl hij gedurende de resterende arbeidstijd ander werk verricht.
  • Dit betekent dat hij eventueel deel kan uitmaken van de hiërarchische lijn of zelfs leidinggevende kan zijn.

Wat betekent volledige onafhankelijkheid?

Een preventieadviseur mag geen werknemers- noch werkgeversafgevaardigde zijn. Bovendien moet hij zijn taken in alle neutraliteit kunnen uitoefenen.

Wat met de HR-manager?

De HR-manager behoort tot de hiërarchische lijn. Het Arbeidshof van Brussel oordeelde (arrest van 9 juli 2014) dat de taken van preventieadviseur kunnen worden uitgeoefend … onder bepaalde voorwaarden.

Welke voorwaarden zijn er voor de HR-manager?

  • Een duidelijk onderscheid is nodig tussen de taken als interne preventieadviseur en de taken als leidinggevende of vertegenwoordiger van de hiërarchische lijn.
    Voor zijn opdrachten als preventieadviseur behoort hij niet tot de hiërarchische lijn, voor zijn opdrachten als HR-manager wel.
  • Een leidinggevende kan GEEN preventieadviseur psychosociale zijn, maar kan wel bijvoorbeeld preventieadviseur arbeidsveiligheid of arbeidsgeneeskunde zijn.
  • De interne preventieadviseur, in deze casus, de HR-manager- maakt GEEN deel uit, van de werknemers- of van de werkgeversafvaardiging in het CPBW.
  • Indien er toch belangenvermenging is, kan het Comité nog altijd oordelen op basis van feiten of de onafhankelijkheid gewaarborgd is.
  • Wanneer in een concreet geval een meningsverschil zou ontstaan over de onafhankelijkheid, dan wordt de zaak voor advies voorgelegd aan de toezichthoudende ambtenaar.
  • Bij blijvend conflict kan de zaak voorgelegd worden aan de arbeidsrechtbank die uiteindelijk de beslissing neemt.

Bron

Nieuwsbrief arbeidsveiligheid Kluwer nr. 5 – 2015

Wat kan Mensura voor je doen?

Aarzel niet om contact op te nemen met het departement arbeidsveiligheid.

Vink hieronder aan dat je geen robot bent. Zo weten wij dat jouw bericht geen spam is.

Meer informatie nodig? Wij helpen u graag!

+32 2 549 71 00Mail ons