Het gewaarborgd loon is het normale loon dat een werkgever betaalt bij het begin van de arbeidsongeschiktheid, vóór de uitkering van het ziekenfonds. De arbeidsongeschiktheid kan veroorzaakt worden door:

• beroepsziekten
• arbeidsongeval of een ongeval op weg naar of van het werk
• ziekte
• ongeval

Voor 1 januari 2014 gold, als je ziek viel, dat de werkgever het loon van de eerste maand volledig uitbetaalde op voorwaarde dat je bediende was. Bij arbeiders was dat slechts twee weken. Daarna werd een vervangingsinkomen betaald door het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeit (RIZIV).

Naar aanleiding van het éénheidsstatuut “bedienden en arbeiders” voorzag het regeerakkoord van 9 oktober 2014 dat werkgevers bij ziekte, minstens twee maanden het loon moesten doorbetalen. Deze maatregel droeg bij tot het gelijk trekken van het statuut arbeiders en bedienden. Daardoor zou het RIZIV ook 345 miljoen besparen. Het zou werkgevers ook aanzetten tot meer preventie.

Uiteindelijk werd deze laatste maatregel teruggeschroefd en zal het gewaarborgd loon slechts 1 maand door de werkgever moeten worden uitbetaald. Dit kondigde Kris Peeters, Minister van werk, aan in de pers, naar aanleiding van het begrotingsakkoord van 23 juli 2015!

Verschillende bronnen in de media:

• Tweede maand gewaarborgd loon bij ziekte komt er niet - De Morgen
• Tweede maand gewaarborgd loon bij ziekte komt er niet - Het Laatste Nieuws