Vermijd of voorkom maximaal het inademen van de ontlasting van vogels. Dit voorkomt in belangrijke mate papegaaienziekte (psittacose). Deze preventiemaatregel staat in het nieuwe onderzoeksrapport van Mensura en het Agentschap Zorg en Gezondheid.

Ook wordt benadrukt dat een voortdurende opvolging essentieel is. Dit naast de behandeling van vogels, de isolatie, de behandeling met antibiotica en nauwgezet laboratoriumonderzoek.

De papegaaienziekte, een relatief zeldzame ziekte bij de mens, kan een ernstig verloop hebben.

1. In de Verenigde Staten worden jaarlijks 100 tot 150 gevallen gerapporteerd. In België gaat het om een tiental meldingen per jaar.
2. De naam psittacose (papegaaienziekte) komt van het Griekse woord "psittakos" wat staat voor papegaai.
3. Psittacose komt voor bij vele wilde én tamme vogels. Niet enkel papegaaiachtigen kunnen de ziekte overdragen. Ook bij duiven, eenden, kalkoenen en roofvogels is de besmetting beschreven.
4. Een vogel die niet ziek is en geen symptomen vertoont, kan toch drager zijn van de pagepaaienziekte. De ziekte ontwikkelt zich dan als de weerstand afneemt, bv. door een slechtere gezondheid.
5. Psittacose wordt veroorzaakt door de bacterie chlamydophilia psittaci. De bacterie kan maandenlang overleven in de uitwerpselen van vogels. Ook als de ontlasting opgedroogd is.
6. Mensen raken besmet door contact met een zieke vogel of door contact met de opgedroogde ontlasting van vogels.
7. Na besmetting duurt het 10 dagen tot 2 weken voor je ziekteverschijnselen krijgt. De symptomen kunnen variëren van lichte verkoudheidsverschijnselen tot hoge koorts, met koude rillingen, hoofdpijn en spierpijn in de nek en rug.
8. Er is geen vaccinatie tegen papegaaienziekte. Ook zijn er geen medicijnen om de ziekte te voorkomen. De aandoening wordt veroorzaakt door een bacterie en moet dus worden behandeld met antibiotica. 

Algemeen:

1. Stem je preventiemaatregelen af op de grootte van het risico. De blootstellingstijd en de intensiteit van het contact met de ontlasting van vogels is verschillend voor vogelverzorgers dan wel voor bezoekers of particuliere vogelhouders.

Voor iedere vogelliefhebber en –verzorger:

1. Zorg voor voldoende ventilatie bij het schoonmaken van hokken en kooien.
2. Gebruik een plantenspuit om de bodem van de kooi of het hok te bevochtigen voordat je de kooi schoonmaakt.
3. Voorkom zo veel mogelijk het inademen van stof. Gebruik een mondkapje.
4. Vermijd contact met zieke vogels en hun uitwerpselen. Dat kan door handschoenen, beschermende kleding en een mondmasker te dragen.
5. Laat een dierenarts onderzoek doen bij ziekte of bij plotselinge sterfte van vogels.
6. Wees extra voorzichtig als er nieuwe exotische vogels bijkomen.

Specifiek voor werkgevers:

1. Zorg voor voldoende informatie, procedures, opleiding en toezicht. Voorzie de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen. Zorg voor het gezondheidstoezicht.

Let er op dat een snelle doorverwijzing kan gebeuren zodat een juiste behandeling snel kan starten.

Vlaams Infectiebulletin 2015 – 1.