Elke organisatie is wettelijk verplicht om mobiele blusapparaten te installeren. Zowel de Europese als de Belgische wetgeving legt vast aan welke voorschriften die apparaten moeten voldoen. Wat zijn de wettelijke vereisten? En waar let je dus best op bij de aankoop van een nieuw blustoestel?

In het kort

Brandblusapparaten die voldoen aan de Europese en Belgische normen hebben een rode kleur en dragen het BENOR-label. Extra voorschriften zijn afhankelijk van het type toestel en blusmiddel. Met een gerichte risicoanalyse bepaal je welke typen blusapparaten nodig zijn in je organisatie. De verschillen en bijbehorende voorschriften zetten we hieronder op een rij. 

Blusapparaten die verkocht of gebruikt worden in ons land moeten zowel aan de Europese normen als aan een extra Belgische norm (BENOR) voldoen. Aangezien die laatste voortbouwt op de Europese normen, volstaat het BENOR-label om aan te duiden dat brandblusapparaten conform zijn.

Verder kunnen fabrikanten of installateurs aanvullende voorschriften hanteren bovenop de Europese en Belgische normen.

De Europese normering maakt een onderscheid tussen draagbare en verrijdbare brandblusapparaten:

• Draagbaar brandblusapparaat: dit type toestel draagt het BENOR-label, als het conform de EN3-norm is.
• Verrijdbaar brandblusapparaat: dit type toestel beschikt over het BENOR-label, als het aan de EN1866-norm beantwoordt.

Tip: maak voornamelijk gebruik van draagbare brandblussers, die je strategisch plaatst in het gebouw of de gebouwen. Zo heb je snel een blusapparaat bij de hand in geval van brand.

De EN2- en EN3-norm definiëren de verschillende brandklassen van een blusapparaat en hun bijbehorende blusvermogen. Die brandklassen geven aan welke soorten brand een apparaat kan blussen en worden op het toestel zelf aangeduid met de letters A, B, C, D, E of F. 

Een gerichte risicoanalyse helpt bepalen welke brandklassen aanwezig zijn in je organisatie, en dus ook welk type blusmiddel het meest geschikt is om een brand te blussen. Voor een computer die vuur vat, gebruik je best een ander soort blusmiddel dan voor bijvoorbeeld een brandende friteuse. Doorgaans hebben organisaties minimaal twee types blusmiddel nodig.

Enkele voorbeelden: 

• Poederblusser ABC: dit blustoestel is geschikt voor ruimtes waarin veel papier, textiel, vloeibare stoffen of gassen aanwezig zijn. Na het blussen blijft er veel restpoeder over, waardoor de ruimte grondig gereinigd moet worden. Gebruik dit type blusmiddel dus niet voor elektrische apparaten.
• Schuimblusser: dit type wordt doorgaans gebruikt voor kantoren, scholen en bibliotheken. Belangrijk om weten is dat vanaf 4 juli 2025 een algemeen verbod geldt op blusapparaten met fluorhoudend blusschuim.
• CO2-blussers: voor ruimtes met een groot elektrisch risico gebruik je het best dit type blusapparaat. 

De Codex stelt dat brandblusapparaten jaarlijks gecontroleerd moeten worden door een bevoegd persoon. Die baseert zich tijdens de controle op de voorschriften van de fabrikant of installateur, en moet volgens de Belgische norm (BENOR) tot een externe firma behoren.

Naast de juiste markeringen en types, controleert de bevoegde persoon de staat van het toestel. Is de behuizing beschadigd? Zijn de pictogrammen of tekst niet meer goed leesbaar? Ontbreekt het handvat? Dan is de brandblusser niet meer wettelijk in orde, en moet je hem vervangen. 

De maximale houdbaarheid van brandblusapparaten is 20 jaar.
Maar brandblussers met permanente druk en CO2-blussers in gebouwen moeten al 10 jaar na productiedatum worden vervangen.