Nog al te vaak bestaat er begripsverwarring over een rijgeschiktheidsattest en vakbekwaamheidsbewijs. Dit zijn twee verschillende begrippen. Graag een woordje uitleg.

Rijgeschikt zijn houdt in dat men geen lichamelijke of geestelijke aandoening of afwijking heeft die de functionele mogelijkheden zodanig beperkt dat het een gevaar kan opleveren voor de veiligheid bij het besturen van een motorvoertuig (bijlage 6 KB betreffende het rijbewijs, BS 23 maart 1998).

Voor ‘gewone’ bestuurders volstaat het een ‘verklaring op erewoord’ te ondertekenen. Houders van een rijbewijs C (C, C+E, C1, C1+E) (vervoer van materieel) en D (D, D+E, D1, D1+E)(vervoer van personen) en houders van het rijbewijs A, B of B+E die bezoldigd vervoer van personen uitoefenen, moeten een rijgeschiktheidsattest hebben.

'Bezoldigd vervoer van personen'

Wie ‘bezoldigd vervoer van personen’ uitvoert, moet dus een rijgeschiktheidsattest hebben. De wettelijke definitie van dit type vervoer omvat:

• bezoldigd vervoer van personen over de weg met autobussen;
• taxidiensten;
• verhuurdiensten van voertuigen met chauffeur;
• ambulancediensten;
• bezoldigd leerlingenvervoer;
• instructeurs van de rijscholen.

Rol van Mensura

Om te bepalen of een bestuurder rijgeschikt is of niet, moet deze een geneeskundig onderzoek ondergaan. Dit onderzoek wordt meestal uitgevoerd door een geneesheer van een externe dienst. Bestuurders die geschikt verklaard worden, krijgen een rijgeschiktheidsattest. De arts kan wel bepaalde voorwaarden laten opnemen op het attest die de bestuurder verplicht moet opvolgen. Het rijgeschiktheidsattest is in regel vijf jaar geldig, tenzij de arts daar anders over beslist. Aan de hand van dit attest levert de gemeente het rijgeschiktheidsattest op het rijbewijs af.

De vakbekwaamheid is een aanvulling van het rijbewijs, verplicht voor alle professionele bestuurders met een rijbewijs van de categorieën C en D. Voor dit essentieel onderdeel van het rijbewijs dient de houder voor de verlenging elke vijf jaar een nascholing te volgen. Het bewijs van vakbekwaamheid wordt op het rijbewijs aangeduid met de code 95 bij de betrokken categorieën.

Inhoudelijk staat een vakbekwaamheidsbewijs voor:

• een initieel basiskwalificatie-examen (verwerving) en
• de vijfjaarlijkse 35 uren permanente nascholing (verlenging).

De examens voor het bekomen van de vakbekwaamheid worden afgelegd in de examencentra van GOCA (Groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring en rijbewijs).

Vrijstellingen inzake vakbekwaamheid

De vakbekwaamheid is niet van toepassing voor bestuurders van:

• voertuigen waarvan de maximaal toegestane snelheid niet hoger is dan 45 km/u;
• voertuigen toegewezen aan de diensten van de strijdkrachten, de civiele bescherming, de brandweer en de machten belast met de openbare orde of onder controle ervan;
• voertuigen die testen op de weg ondergaan met het oog op een technische verbetering ervan, een herstelling, een onderhoud, alsook nieuwe of omgebouwde voertuigen die nog niet in het verkeer werden gesteld;
• voertuigen die worden aangewend in geval van nood of toegewezen aan reddingsopdrachten;
• voertuigen die gebruikt worden voor het niet-commerciële vervoer van goederen met privé-doeleinden;
• voertuigen of een combinatie van voertuigen die gebruikt worden voor het vervoer van materieel, apparatuur of machines bestemd voor de bestuurder in de uitoefening van zijn beroep en op voorwaarde dat het besturen van het voertuig niet de hoofdactiviteit is van de bestuurder.

• KB betreffende het rijbewijs van 23 maart 1998, bijlage 6
• FOD Mobiliteit

Aarzel niet om contact op te nemen.